1281 woorden, leestijd 5-6 minuten
Ik vind het leuk om wat inzichten te delen, omdat ik er blij van word dat het voor anderen bruikbaar of gewoon leuk kan zijn om te lezen. Deze eerste blog gaat over het realiseren van ons woonproject Klein Groenrijk. Pascale en ik wonen hier nu, als eerste bewoners, iets meer dan anderhalf jaar, en ik realiseer me steeds vaker wat voor enorme geluksvogels we eigenlijk zijn. Het is zo’n prachtige plek, en het wordt ook nog eens steeds mooier. Met een enorm fijne groep mensen, in een warm dorp en een prachtig voedselbos wat groeit als kool en waar de eerste schoolklassen al zijn geweest en steeds meer mensen elkaar ontmoeten. Dan rijst soms ook de vraag, waardoor is dit eigenlijk gelukt?

Geluk?
We krijgen regelmatig de vraag van mensen waardoor het gelukt is om Klein Groenrijk te realiseren, waar zoveel andere mooie wooninitiatieven het niet redden. Vaak zeg ik dan dat we vooral veel geluk hebben gehad. Geluk dat we een fijne initiatiefgroep hadden. Dat Brecht ons tipte om een grote bijeenkomst te organiseren vlak voor de verkiezingen zodat de behoefte hieraan zichtbaar werd bij de politiek. Geluk dat we steeds weer mooie mensen op ons pad kregen die deze droom deelden of zelfs zonder dat ons wilden helpen. Dat deze plek op ons pad kwam en dat de eigenaren ons steunden als het even tegenzat. Dat de buren grond beschikbaar stelden voor het voedselbos. Dat de gemeente ons project steunde toen het nodig was. Dat omwonenden steeds meer open stonden voor onze plannen. Dat er soms precies op tijd weer iets hoopgevends gebeurde als onze emmer vol zat, een doorbraak waardoor we weer even verder konden. Dat er uiteindelijk een situatie ontstond waarin iedereen iets won. Al met al zat het vaak mee en binnen 4 jaar stonden de eerste huisjes, wat voor zo’n soort project erg snel is. Allemaal dankzij geluk? Of is er meer?

De ruitenwisser
Vanmorgen moest ik aan een ruitenwisser denken bij wat ons ook hielp in die tijd. De ruitenwisser die schoonmaakt, verheldert en opgehoopt vuil weghaalt. Het is het zichtbaar maken van oordelen en vastgezette ideeën, het opgehoopte vuil weghalen zoals irritatie, wrok, angst en woede en het helder maken of ‘het’ nog klopt.
Dat ging ons in die tijd opvallend goed af. Misschien zat dat in de intentie om, hoe het ook zou aflopen, altijd terug te kunnen kijken op een leuke tijd, een mooi avontuur, wat we duidelijk met elkaar hadden we afgesproken. Zo’n intensief en onzeker traject ís niet altijd leuk natuurlijk, maar we hadden besloten dat we het, voor zover het mogelijk was, wel steeds bij zouden sturen naar wat wel haalbaar was. Een fijne tijd ervan maken. En om het fijn te hebben, mag wrok, irritatie, angst en woede geen ding worden, niet teveel ophopen. Soms moet het uitgesproken, gedeeld worden. Soms moet het even eruit gegooid worden — schreeuwend, en met voorwerpen door de lucht die niet stuk kunnen. Niet altijd gelukt. Of soms ‘gewoon’ even verdragen, het voelen ervan zonder meteen weg te moeten of opgelost te worden. En ja, soms moest er ook een grens gesteld worden. Tot hier en niet verder. Richting een buur, gemeente medewerker, elkaar of iemand anders. En dus ook richting onszelf. Nee, niet verharden, of cynisch worden. Uiten, balen, huilen, schelden, meer balen, delen, schrijven in je morning pages als je de cursus ‘The Artist Way’ doet zoals ik nu, maar daarna weer met een schoon raam verder. Wegblijven van “Oh diegene zal wel weer hiermee komen”, of “Ja ja, dat verhaal kennen we nu wel”. Of nog erger, “Ja van diegene verwacht ik echt helemaal niks meer”. We vroegen ons vaak af, wat zou erachter zitten? Angst? Waarvoor dan? Oké, kunnen wij daar ruimte voor bieden door te luisteren? En bij die andere persoon, is diegene misschien gewoon kneiterdruk? Kunnen we daar toch begrip voor tonen? En kunnen we zelfs helpen door wat weg te nemen bij diegene? Iets extra’s aan te leveren zodat diegene sneller door kan?
Geleid worden
Hoewel ik christelijk ben opgevoed, heb ik mezelf lange tijd als niet gelovig gezien. Maar ik begin wel steeds nieuwsgieriger te worden naar een soort leiding die ik ervaar en heb ervaren in onze reis met Klein Groenrijk. Ik lees er nu over in ‘The Artist Way’, en merk dat ik het herken wat Julia Cameron daar beschrijft. De ruimte vinden om te verzachten, om begrip te kunnen opbrengen, om vertrouwen te hebben en houden, om helderheid te krijgen op waar we naartoe wilden, en hoe we daar konden komen. Of dus soms juist helder een grens voelen en echt gaan stáán. Maar ook het ’toevallig’ iemand tegenkomen of iets lezen wat weer tot iets leidde, en überhaupt alle omstandigheden waarin Klein Groenrijk heeft kunnen ontstaan en er nu ook nog een prachtige ontmoetingsplek op de overige 2/3e van dit sportveld wordt gerealiseerd. Ontstaan en opgezet vanuit de mensen uit Cromvoirt zelf, waarbij een kleine maar krachtige werkgroep en allemaal creatieve wervingsactiviteiten zorgden voor de financiële middelen maar ook voor samenwerking en mooie ontmoetingen. Ik zie dat niet meer als toeval, geluk, of helemaal zelf ‘gedaan’. Ik ervaar iets groters, iets mooiers en iets kloppenders. Iets wat mij en ons helpt, een soort interne leiding, waarvoor ‘ik’ juist soms een beetje aan de kant moet gaan om het te laten gebeuren. En volgens mij zie ik pas een tipje van de sluier en moet het mooiste nog gaan komen.

Vastgelopen initiatieven
Maar waarom slaagden wij met Klein Groenrijk dan wel, en zoveel andere mooie wooninitiatieven niet? Of is die aanname niet juist? En mag ik genoeg vertrouwen dat dat ook precies klopt? Misschien zijn zij wel sterker dan wij, en kunnen zij deze tegenslagen wel beter dragen, zodat er iets nóg mooiers kan ontstaan. En wist het universum dat wij zouden stoppen als het niet snel genoeg zou lukken. Of misschien helpt Klein Groenrijk wel die anderen om iets nog mooiers te gaan creëren, omdat bijvoorbeeld beleidsmedewerkers zien wat voor moois hier nu aan het ontstaan is.
En eerlijk is eerlijk. Niet iedereen kan zo wonen zoals wij hier doen, zo samenleven. Want dat vraagt best wel wat van je. Omdat we echt samen-leven volgens mij allemaal verleerd zijn. Daarom zien we vaak hoge schuttingen, iedereen die zijn eigen toko runt, onafhankelijk wil zijn van de ander en een kort lontje heeft als iemand anders iets doet wat we vervelend vinden. Zo leven als op Klein Groenrijk vraagt om moed en een zekere mate van emotionele volwassenheid, bereidheid om te reflecteren, ongemak te verdragen en zelf te willen groeien. En ‘het’ moet echt kloppen, de ruitenwisser moet helderheid kunnen scheppen, en opgehoopt vuil kunnen weghalen. Anders wordt het juist heel moeilijk, dat weet ik inmiddels vrij zeker.
Fouten gemaakt
Voor alle duidelijkheid, we doen en deden het verre van perfect. En Buitengoed Cromvoirt is misschien wel ontstaan ondanks Klein Groenrijk, en niet als resultaat van wat er toen in beweging kwam. We hebben onszelf in de afgelopen jaren regelmatig voor het hoofd geslagen met ‘ach hoe konden we dat niet zien aankomen’, mensen compleet vergeten te informeren over iets of soms ook echt niet zien aankomen dat mensen iets heel anders zagen dan wij, zoals toen we onze eigen straatnaam ‘Klein Groenrijk’ konden krijgen. Maar misschien werkt die ruitenwisser wel twee kanten op, en werd het ons mede daardoor makkelijker vergeven. En vertrouwden mensen dankzij hun eigen ruitenwisser erop dat we het echt beter hadden willen doen, maar dat we te onhandig, of te druk waren. Dan hebben we dus toch ook echt geluk gehad dat we in een warm en mooi dorp als Cromvoirt terecht zijn gekomen.
